‘Pardon, maar bent u niet de kaasboer?’
Patiënten en hun familie kijken onze collega Stefan Struijk soms onderzoekend aan. “Dan zie ik ze nadenken… En ineens komt de vraag: Bent u de kaasboer?”
Dat mag een vreemde vraag lijken aan een ambulancechauffeur, maar het antwoord is volmondig ja. Stefan stond vanaf zijn zestiende jaar tot en met vorig jaar namelijk met zijn vader kaas te verkopen op markten in de regio. Ook in Zwijndrecht, wat sinds augustus dit jaar zijn uitvalsbasis met de ambulance is.
Sterker nog, hij zou het bedrijf hebben kunnen overnemen. “Mijn bedje was gespreid. Maar na vijftien jaar wilde ik wat anders. Het ambulancevak heeft me altijd getrokken, al weet ik niet eens precies waarom. Toen ik 30 werd dacht ik: Als ik het nu niet doe, gebeurt het niet meer.” Het gebeurde wel degelijk, al had Stefan niet meteen de juiste papieren voor de job. “Een mbo-3-diploma had ik niet, maar ik ben zelf aan de gang gegaan met een competentietest om het vereiste niveau aan te tonen.”
De opleiding aan de Academie voor Ambulancezorg ging hem goed af. “Ook een kaasboer kan het”, aldus de goedlachse geboren Sliedechter. “Je hoeft dus niet van de brandweer of Defensie te komen voor dit werk, wat mensen vaak denken. Ik ben er het bewijs van.” Gevraagd naar het grote verschil tussen de kaaswagen en de ambulance, zegt Stefan: “De onvoorspelbaarheid. Op de markt is elke week alles hetzelfde, behalve het weer. Maar met de ambulance weet je nooit waar je terechtkomt, achter elke deur wacht iets anders.”
Een grote overeenkomst is er ook. “Communicatie. Praten, vragen stellen, belangstelling tonen. Daar verkoop je kaas mee én je stelt patiënten en familieleden ermee op hun gemak. Na al die jaren op de markt weet ik in een paar seconden wat de beste stijl van communiceren is en hoeveel vrijheid ik me mag permitteren.” De verwarring bij patiënten zal voorlopig niet afnemen, want Stefan helpt zijn vader nog steeds af en toe op de markt. “En op vrijdag draai ik de grillworsten.”