‘Het Gezicht Van’: Paula, aankomend chauffeur
In onze portretserie Het Gezicht Van… deze keer een collega die zichzelf niets anders ziet doen dan werken in de zorg.
Naam: Paula Markesteijn
Leeftijd: 34
Achtergrond: Getrouwd, zoon Tim van 7, dochter Sara van 5 jaar. Maakte begin dit jaar de overstap van de functie Zorgambulancebegeleider naar ambulancechauffeur in opleiding op de spoedambulance.
(De tekst gaat verder onder de foto’s.)
Waarom zorg jij?
“Ik zou mezelf echt niets anders zien doen dan werken in de zorg. In de vriendenboekjes vroeger was mijn antwoord op ‘Wat wil je later worden?’ altijd al: Zuster! Het gaat vanzelf. Als iemand hulp nodig heeft, wil ik helpen. Na de mavo ben ik gaan werken en leren in een verpleeghuis met demente ouderen. Daar heb ik mijn diploma behaald tot Verzorgende IG.”
Wanneer kwam de ambulance in beeld?
“Na zes jaar met veel plezier als verzorgende, zag ik de vacature voor de Zorgambulance. Een heel ander beroep, maar het draait om hetzelfde: goed zorgen voor mensen. Ik vond het fantastisch, niet meer de hele dag op één plek maar vrij zijn, op pad zijn, niet weten hoe je dag eruit gaat zien.”
En nu zoek je nog meer vrijheid en onvoorspelbaarheid?
Op onze post in Dordrecht waar de Zorgambulances – inmiddels heet het de Middencomplexe ambulance – hun standplaats hebben, hoorde ik vaak de verhalen van de collega’s van de A-wagen. Ik kreeg steeds meer interesse in het vak van ambulancechauffeur. Op de Zorgambulance wissel je het rijden af met het achterin bij de patiënt zitten, je doet het allebei om de beurt met je collega. De taak om te rijden vond ik altijd erg leuk en uitdagend: proberen de patiënt zo comfortabel mogelijk vervoer te bieden. Als ambulancechauffeur op de A-wagen ben je altijd degene die rijdt en het is nóg uitdagender omdat er spoedritten bij komen. Nu de kinderen naar school zijn, heb ik – na ruim acht jaar op de Zorgambulance – de extra tijd die nodig is om de nieuwe uitdaging aan te gaan.”
Goede keus?
“Ik ben er heel blij mee. De opleiding vind ik best pittig, het is veel leren in zeven maanden. Toch ga ook nu weer met heel veel plezier naar mijn werk. In de acute setting kan ik weer heel andere dingen betekenen voor mensen in nood. En ook voor mijn collega, die ik assisteer bij de medische en verpleegkundige taken. Het werk is onvoorspelbaarder en breder qua ziektebeelden en situaties. Maar de kern blijft hetzelfde: helpen, aandacht geven, ook even die hand op een schouder. Het geeft voldoening als de patiënt en de familie met een goed gevoel terugkijken op wat wij hebben kunnen betekenen.”