‘Het Gezicht Van’: MMT- verpleegkundige Jorrit

In onze portretserie ‘Het Gezicht Van’ ditmaal een collega die afwisselend over de weg en door de lucht naar hulpbehoevende patiënten gaat. “Op de heli is het alles of niets.”

Naam en functie: Jorrit Mol, ambulanceverpleegkundige en MMT-verpleegkundige (op de traumahelikopter)
Leeftijd: 42
Achtergrond: Specialiseerde zich in het Albert Schweitzer ziekenhuis tot SEH-verpleegkundige. Stapte over naar de SEH van het Traumacentrum in het Erasmus MC en ging dit werk combineren met het Mobiel Medisch Team (MMT), tien jaar lang. In 2022 geswitcht van de SEH naar onze ambulancedienst, standplaats: zijn woonplaats Dordrecht. Nu fifty-fifty verpleegkundige op de ambulance en de Lifeliner 2. Daarnaast als zelfstandige actief in acute zorg rondom evenementen en medische training. Bestuurslid van een tennis- en padelvereniging.

(De tekst gaat verder onder de foto’s.)

Door de jaren heen zocht je steeds complexere zorg op. Was het niet een stap terug, naar de ‘gewone’ ambulance?

“Nee, want het werk op de ambulance is in ons land van een zeer hoog niveau. Het is vooral een ándere rol dan bij het MMT. Met de traumaheli brengen wij medisch-specialistische zorg die normaal in het ziekenhuis plaatsvindt, naar de patiënt toe. Daar waar het protocol van de ambulance stopt, kunnen wij met onze arts erbij aanvullend behandelen. Onze kracht is dat we een relatief klein aantal complexe handelingen heel vaak doen en die dus goed kunnen, bij onder meer grote trauma’s, een bedreigde luchtweg of een kinderreanimatie. De keerzijde is dat het emotioneel belastend is, want het is bijna altijd ernstig. Daarom moet je dit eigenlijk niet dagelijks willen doen. Het werk op de ambulance geeft me afwisseling. Het is breder, socialer en minder hectisch. Je hebt tijd voor een praatje en vaak een lach met de patiënt. Er is meer gelegenheid om met je collega, een huisarts of de SEH te overleggen over wat er aan de hand is en wat je samen gaat doen aan de situatie.”

Heb je met jouw ervaring bij het MMT soms de neiging om op de ambulance méér te gaan doen, als het ernstig is? 

“Nee, dat zou niet goed zijn. In beide functies kan ik verschillende handelingen verrichten, maar voor mij is op elk moment duidelijk wat mijn rol is. Dat is van groot belang voor de kwaliteit van zorg en ook voor de collega met wie je werkt: je moet elkaar niet verrassen met onverwachte handelingen. Daarnaast is het zo dat de MMT-zorg niet in de plaats komt van de ambulancezorg, het komt erbij. Wij nemen het met de heli nooit over van de ambulanceprofessionals, we komen hen bijstaan daar waar zij tegen de grens aanlopen van wat ze kunnen en mogen. Wij kunnen extra dingen doen, zoals een patiënt onder narcose brengen, een thoraxdrain plaatsen of zelfs een hartlongmachine aansluiten als dat nodig is.”

Het werk op de helikopter spreekt sterk tot de verbeelding. Kun je vertellen waar je taak uit bestaat? 

“We vliegen met drie mensen: een piloot, een MMT-arts en een MMT-verpleegkundige. Die laatste, ik dus, assisteert de beide andere collega’s. Bij het vliegen doorloop ik met de piloot de checklist voor het opstijgen en landen. Ik help bij het navigeren en communiceren tijdens de vlucht. Zodra we geland zijn ben ik verantwoordelijk voor de veiligheid rondom de heli, totdat die stilstaat. Daarna ga ik mee naar de patiënt en ondersteun ik onze arts en andere hulpverleners ter plaatse. Veel mensen denken dat wij de patiënt door de lucht vervoeren, maar dat gebeurt zelden. Meestal gaat onze arts mee met de gestabiliseerde patiënt in een reguliere ambulance naar het ziekenhuis. Zodra de patiënt daar is overgedragen, pikken de piloot en ik hem of haar met de heli weer op bij het ziekenhuis en dan zijn we weer inzetbaar.”

Waar ga je dan naartoe? 

“Onze uitvalsbasis is een hangar op Rotterdam The Hague Airport. Daar worden we door 112-meldkamers opgeroepen om naar incidenten te gaan waarvan verwacht wordt, of al vaststaat, dat het ernstig is. Ons werkgebied is Zuidwest-Nederland, maar we kunnen ook bijspringen in een van de drie andere MMT-regio’s die ook een helikopter hebben. Bij slecht weer kunnen we vanaf de luchthaven uitrukken met een auto, waar alle hulpmiddelen in zitten. De MMT-verpleegkundige bestuurt deze dan. Bij sommige incidenten, zoals een val van grote hoogte, wordt de heli standaard gealarmeerd. Maar het ambulancepersoneel dat al ter plaatse is, kan ook om onze assistentie vragen. Als onderweg blijkt dat onze hulp ter plekke niet nodig is, keren wij om naar onze standplaats. Het is vaak alles of niets. Ertussen zit vrijwel niets.”

(Foto’s Henri Westerveld.)