Ambulancebroers in voetsporen van vader

“Toen wij nog ventjes waren, kon bij ons thuis al elk moment de pieper gaan.” In het leven van Rien en Wim Versluis is hulpverlening altijd voelbaar aanwezig geweest. Vader Wim sr. was vele jaren brandweerman én ambulancechauffeur in Leerdam. In zijn voetsporen zijn de broers getreden: Rien (57, links) is ambulancechauffeur sinds 1980, Wim (55) sinds 1994. Beiden werken op de ambulancepost Meerkerk.

Rien: “In de tijd dat onze vader dit werk deed, deed je het er nog naast. Het was op EHBO-niveau, niet te vergelijken met wat wij nu allemaal kunnen doen. Ging de pieper, dan haalden ze eerst de ziekenwagen op. Soms reden een brandweerman en een politieman samen op één auto.” Maar hun vader deed het werk wel vanuit dezelfde drijfveer als zijn zoons: mensen helpen, er voor de ander zijn. Wim: “We zijn dienstverleners. Elke patiënt heeft recht op goede zorg!”

De tekst gaat verder onder de foto.img_9326

Rien begon zijn loopbaan bij een bank, Wim als installateur. Rien: “Vanaf 1980 deed ik het ambulancewerk als bijbaan, toen nog vanuit het Lingeziekenhuis.” In de jaren 90 werden de vele kleine ambulancediensten uit de regio samengevoegd en geprofessionaliseerd. Rien maakte de overstap toen helemaal en ook Wim werd erbij gehaald. Vader Wim was toen al gestopt met het werk en is inmiddels overleden. In de jaren 80 heeft ook Riens echtgenote Ria nog op de Leerdamse ambulance gereden.

Als je dit werk met plezier doet, houd je het makkelijk vol, zeggen ze. Wim: “Plezier, collegialiteit en je scholing goed bijhouden.” Natuurlijk zijn er ook vervelende ervaringen. “Sommige voorvallen blijven je bij, maar we kunnen gelukkig allebei vrij makkelijk dingen weer vergeten.” De vrijheid, het onverwachte vinden ze allebei het mooist. “Het enige wat je zeker weet, is dat je dienst van start gaat. Alles wat er daarna komt, is een verrassing.”

Vaak komen de Leerdamse broers elkaar tijdens het werk niet tegen. Hun roosters lopen niet parallel en ook ‘in het veld’ zien ze elkaar zelden. Ze mogen graag wat verwarring scheppen onder ziekenhuispersoneel of andere hulpverleners. “Dan zegt iemand: Hee, jij bent toch de broer van…? En dan zeggen wij: Nee hoor, wij zijn neven. Of: Hoe kom je daar nu bij, je moet niet alles geloven, we lijken toch totaal niet op elkaar?” Ze lachen er hartelijk bij. Na dit bericht komen ze met die grappen waarschijnlijk niet meer weg.