Motorblokvoorverwarming tegen de koude start

Wist je dat onze auto’s tussen de ritten door ‘aan het infuus hangen’? Iedere automobilist kent wel de koude start, zeker in dit seizoen. Niet alleen heb je het zelf de eerste kilometers koud, de motor wil ook niet altijd meteen wat jij wil.

Een ambulancechauffeur heeft geen tijd om dat af te wachten. Elke seconde telt. Daarom hebben onze ambulances voorverwarming van het motorblok. Dat wordt tussen de ritten door op minimaal 60 graden Celsius gehouden. Zodoende kan altijd meteen het gas op de plank, zonder schade aan de motor.

Maar dat niet alleen. Ook geeft de motor eerder warmte af om het interieur te verwarmen. Zelfs bij een korte rit naar de patiënt, is de kans dan groter dat de patiënt in een behaaglijke auto terechtkomt.

Via dezelfde 220 volt-aansluiting wordt ook de verpleegtechnische apparatuur in de ambulance (hartmonitor, infuuspomp e.d.) tussentijds opgeladen. Zodra de auto rijdt, is een omvormer actief die in de auto 220 volt produceert om deze apparaten aan de praat te houden. Hartstikke handig. De chauffeur moet bij het instappen wel even denken aan het loskoppelen van de stekker.