Als u niet weet waar u bent, weten wij het wel

Wie het alarmnummer 112 belt in een noodgeval, weet soms niet precies waar hij of zij zich bevindt. De gezamenlijke meldkamer van politie, brandweer en ambulancedienst in Dordrecht neemt nog deze maand een systeem in gebruik waarmee de exacte locatie van de beller automatisch zichtbaar kan worden gemaakt. Tijdverlies bij het op pad sturen van hulpdiensten wordt met ‘Vaststelling Incident Locatie’ (VIL) tot een minimum beperkt.

“Mensen die 112 bellen terwijl ze onderweg zijn, bevinden zich vaak in een omgeving die ze niet precies kennen”, verduidelijkt directeur Hans Janssen van de Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid. “Dan moeten ze met handen en voeten duidelijk maken waar ze zijn, door bijvoorbeeld objecten in de omgeving te beschrijven. Een betrokkene bij een ongeval kan ook zo geschrokken zijn, dat hij of zij het allemaal even niet meer weet.”


Een paar keer per week maken de meldkamercentralisten van de regio Zuid-Holland Zuid mee dat het even tijd kost om de precieze incidentlocatie boven water te krijgen, aldus Janssen. “Het systeem VIL dat wij gaan gebruiken, maakt een einde aan het zoeken – mits de noodoproep binnenkwam met een smartphone. De centralist stuurt een sms naar die smartphone en vraagt de beller om deze te beantwoorden. Door dat te doen, verstuurt de beller zijn of haar precieze locatiegegevens direct terug aan de meldkamer.”

De Ambulancedienst van buurregio Hollands Midden maakte onlangs bekend dat zij als eerste in Nederland met dit snufje van Italiaanse makelij gaat werken. Janssen: “Wij willen niet afwachten hoe de techniek daar functioneert, maar het direct zelf gaan gebruiken. De investering is relatief klein en de potentiële opbrengst is te groot om af te wachten. Het direct naar de juiste plek toe rijden, kan levensreddend zijn. Dat geldt voor politie, brandweer en ambulance evenzeer. In onze regio werken wij met drie diensten in één meldkamer, met dezelfde systemen. Alle drie zijn we benieuwd naar de werking en de meerwaarde van VIL.”

Hoeveel tijd ermee gewonnen wordt en wat dit precies opbrengt, is op voorhand niet te zeggen. Janssen: “De beller moet weliswaar een smartphone hebben, maar die hebben heel veel mensen. We gaan in de praktijk uitvinden hoe vaak VIL in actie komt en of de kwaliteit en snelheid van de zorg en hulp daardoor toenemen.”